maandag 17 januari 2011

Zorg en Welzijn - Platform voor sociale professionals - Staatssecretaris wil vijf miljoen meer voor jeugdzorg

Zorg en Welzijn - Platform voor sociale professionals - Staatssecretaris wil vijf miljoen meer voor jeugdzorg

Staatssecretaris wil vijf miljoen meer voor jeugdzorg

17-01 2011 | 02:06
Waardering

De jeugdbescherming heeft extra geld nodig om te voorkomen dat een gezinsvoogd te veel kinderen onder zijn hoede krijgt. Ook zijn wachtlijsten in de jeugdbescherming uit den boze. Dat vindt een meerderheid in de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) heeft een verhoging van het budget met bijna 5 miljoen euro aangekondigd. De jeugdzorgsector vraagt echter minstens achtmaal zo veel. Dat geld zou nodig zijn om goed te kunnen blijven werken met een nieuwe methode, waarmee op den duur minder kinderen uit huis hoeven te worden gehaald en onder toezicht moeten worden gesteld.

Gezinsvoogd
Om te kunnen werken met de nieuwe methode zou een gezinsvoogd niet meer dan vijftien kinderen tegelijk moeten begeleiden. Zonder genoeg extra geld kan dat niet, voert de jeugdzorg aan. De werklast van de voogden is nu alweer aan het oplopen, zo wordt gesteld.

Efficiënter
De PvdA wil dat de tarieven voor de jeugdbescherming met minstens 5 procent omhoog gaan. Het CDA stelde voor om geld dat is bestemd voor volgend jaar, naar voren te halen. Teeven voelt daar niet veel voor. Hij voert aan dat de jeugdzorg nog wel wat efficiënter met het geld om kan gaan. Ook is er in de sector nog genoeg geld in kas, vindt hij, terwijl de staatssecretaris elk dubbeltje om moet draaien.

Rekenkamer
Teeven overlegt deze week over het budget met de provincies, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de jeugdzorg. Tofik Dibi van GroenLinks vindt dat niet duidelijk is wat de Bureaus Jeugdzorg precies doen met het geld dat ze krijgen. De Algemene Rekenkamer zou dat uit moeten gaan zoeken. Teeven noemde dat een zinnig voorstel, al wilde hij niet meteen naar de Rekenkamer stappen. De provincies zouden hier zelf ook onderzoek naar kunnen laten doen.


Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.

Volg Zorg+Welzijn op Twitter

Bron: ANP / foto ANP Robin Utrecht

zaterdag 18 december 2010

ChristenUnie Zwolle | Nieuws | Zwerfjongeren, vervlogen dromen

ChristenUnie Zwolle | Nieuws | Zwerfjongeren, vervlogen dromen

Zwerfjongeren, vervlogen dromen

Bericht geplaatst op 14 december 2010 om 21:44 door John van Boven in Bestuur

(Dikkie van Gijssel) Voor de ChristenUnie roept de term "zwerfjongere" een gevoel van machteloosheid op. Als samenleving zijn we kennelijk niet in staat jongeren, kinderen veiligheid, geborgenheid en onderdak te bieden. Door wat voor omstandigheden dan ook komen er in Nederland, in Zwolle jonge mensen op straat te staan. We hebben al eerder als raad dit jaar aangedrongen op beleid inzake deze problematiek, maar als we stil staan bij de werkelijkheid dan komt de schrijnendheid wel heel dicht bij. Maandagavond hebben we een debat gevoerd over de aanpak van zwerfjongeren.

Er zijn kennelijk situaties dat ouders/opvoeders, beroepskrachten niet het vermogen hebben om kinderen, jongeren onderdak te bieden. We kunnen ons voorstellen dat ouders niet in alle situaties de opvoeding kunnen geven die nodig is, niet voor niets zijn er Centra voor Jeugd en Gezin, CJG. We hopen dat zowel de ouder als het kind de weg hier naar toe kan vinden en de hulp die nodig is, ook krijgt of doorverwezen wordt.
Nu is nog zo dat, zodra de jongere 18 jaar wordt, er geen beroep meer op jeugdzorg gedaan kan worden en er geen adequate overdracht plaatsvindt. Gaat heen en warm u, heb ik betoogd. We laten hem/haar gewoon in de steek! Ook de professionals geven aan dat dit niet zou mogen, maar het systeem zit hen dwars . Ook hier zien we het paard achter de wagen gespannen, we hebben een probleem, bedenken daar een methode voor en zo wordt dit uitgevoerd. Als de praktijk toch anders is, wordt dit niet aangepast, maar wordt de betrokken hulpvrager in de kou gezet.
De wethouder belooft een integrale aanpak. Maar jeugdzorg valt onder het beleid van de provincie en als gemeente hebben we daar maar bij aan te sluiten. Gelukkig heeft de wethouder toegezegd dit proces nauwkeurig te volgen, want binnenkort valt ook dit terrein binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente. Toch zullen alle betrokken instanties hierin nauw samenwerking zoeken, want anders is de jongere weer het kind van de rekening.
In Zwolle tellen we op dit moment ca 70 jongeren die geen dak boven hun hoofd hebben. 70 kinderen die geen liefde, licht en lucht, rust, regelmaat en reinheid krijgen, 70 kinderen die zonder goede start het leven ingaan, geen dromen, maar zorgen. Misschien nog wel idealen, maar zijn die ooit realiseerbaar?
De gemeente heeft een concept kanskaart voor de jeugd gepresenteerd. Ik heb de wethouder daaraan herinnerd. Zijn dit dan ook de laatste jongeren die daadwerkelijk op straat terecht komen? Ik heb niet de illusie dat dit zo is, maar als ChristenUnie willen we onze uiterste best doen dat dit zo min mogelijk gebeurt.
Een ander aspect wat we benoemd hebben is het ontbreken van de rol van de ouders bij de aanpak. Nergens in het voorstel wordt dit beschreven. Wij hebben aangedrongen op herstel van de relatie met en de verantwoordelijkheid van de ouders zelf. Natuurlijk begrijpen we dat dit niet in alle gevallen vanzelfsprekend is, toch is het gezin de beste plek die elk kind toekomt en nodig heeft. Een hotel, zoals Trias jeugdzorg wil realiseren is prima voor de korte termijn. Helaas is dat nodig. Toch willen we zien dat er alles aangedaan wordt om een echt thuis te bieden. In ons verkiezingsprogramma hebben we geschreven: worden zoals je bedoeld bent. Ieder moet de kans krijgen op een plek, waar hij/zij tot ontplooiing en bloei kan komen. Zo heeft de Schepper dit bedoelt en daar willen we aan werken.

Convenant wil weerbaarheid jongeren bevorderen | Trimbos

Convenant wil weerbaarheid jongeren bevorderen | Trimbos

Convenant wil weerbaarheid jongeren bevorderen

15 december 2010

weerbaarheidHet Trimbos-instituut heeft met een aantal andere partijen het Convenant 'Weerbaarheid Jongeren' ondertekent. Doel is zelfredzaamheid en weerbaarheid bij jongeren te bevorderen.

Op 14 december hebben het Trimbos-instituut, Hi en Hyves de GGD Amsterdam, Nibud, NISB, Rutgers Nisso Groep, STIVORO, SOA AIDS, en het Voedingscentrum hun krachten gebundeld door ondertekening van het Convenant 'Weerbaarheid Jongeren'.

Met als doel om samen belangrijke voorlichtingsboodschappen voor jongeren uit te dragen. De private partners Hi en Hyves zetten expertise en eigen middelen in om bereik onder jongeren te vergroten. De publieke partners werken samen door het faciliteren van toegang tot en interactie vanuit betrouwbare, publieke hulpbronnen.

Bereik en publieke voorlichting komen samen in het jongerenplatform Ondertussen.nl. dat dagelijks nieuws over, voor en door jongeren publiceert. Nieuws over leefstijlonderwerpen wordt aangevuld met informatie uit het publieke domein. Door de koppeling aan nieuws, krijgt voorlichting een actueel en relevant karakter.

Speciaal voor gemeenten is een WMO subsite beschikbaar met een uitgebreid archief aan nieuwsberichten over leefstijlonderwerpen. In het archief kunnen jongeren informatie vinden over onderwerpen als sex, drugs, alcohol, voeding, bewegen, roken, geld, relaties, mentaal welzijn, etc.

Meer informatie: Annemarie Pijnappel-Kok

zondag 12 december 2010

blog — stille tocht emmen — deeljezorg.nl

blog — stille tocht emmen — deeljezorg.nl

Stille tocht Emmen

Maandag 20 december 2010, is er een stille tocht georganiseerd te Emmen.
Ik wil jullie allemaal vragen om mee te doen!

Waarom een stille tocht?

Deze stille tocht word georganiseerd door het oudernetwerk jeugdzorg Drenthe en staat in het belang van alle kinderen en families die te lijden hebben onder bureau jeugdzorg.
Zoals vele waarschijnlijk al weten, worden er vaak kinderen (onterecht) uit huis geplaatst. 1000den families zijn verscheurd.
Hierna doet jeugdzorg geen onderzoek en dossiers zijn incompleet en vaak aangevuld met onwaarheden.
De rechten die de pleegkinderen wettelijk!! Hebben worden niet gegeven.
Als je hulp nodig hebt bij jouw situatie met jeugdzorg, vragen, luisterend oor, staat oudernetwerk drenthe ook voor jou klaar!

Om hier aandacht voor te krijgen, hebben we een stille tocht georganiseerd.

Ik wil jullie allemaal vragen, om hier een bijdrage aan te leveren door met ons mee te lopen!
Ook als je zelf geen ervaring met jeugdzorg hebt, kun je op deze manier de vele families steunen en ons helpen in deze strijd voor onze kinderen !

Ik wil jullie vragen er bij stil te staan hoe het voelt als je eigen kinderen, je kleinkinderen, je broertjes of zusjes uit huis worden geplaatst, vaak onterecht.
Hoe het voelt, als straks met de feestdagen, deze kinderen dit vieren met een andere familie.
Hoe het voelt om geen contact te mogen hebben met je eigen kinderen!
Je elke avond in slaap huilen, omdat je het niet meer ziet zitten en niet meer weet wat je nog kan doen.
Als jou dit ook raakt, loop dan alsjeblieft met ons mee!

Wat is de bedoeling?

Maandag 20 december om 15.00 uur start de stille tocht vanaf het gemeentehuis te Emmen (oude politiebureau).
Het eindpunt zal bureau jeugdzorg zijn. Hier zullen kaarsen neergezet worden, voor alle kinderen die te lijden hebben (gehad) onder jeugdzorg. Eventueel zullen er foto?s worden neergezet van deze kinderen.
Hierna is er gelegenheid om wat te zeggen, als je je hart zou willen luchten.

Dus nogmaals wil ik jullie vragen met ons mee te lopen en een verschil te maken en een steun te zijn voor al deze families!!

Voor verdere vragen en/of aanmeldingen kun je contact opnemen via oudernetwerkjeugdzorgdrenthe@live.nl van oudernetwerk jeugdzorg Drenthe.

Met vriendelijke groeten,
Oudernetwerk jeugdzorg Drenthe.

http://deeljezorg.ecommany.com/wp-content/uploads/4216/an.jpg

vrijdag 19 november 2010

Nicis Institute - Onderwijs komt naar Nijmeegse zwerfjongeren toe

Nicis Institute - Onderwijs komt naar Nijmeegse zwerfjongeren toe

Onderwijs komt naar Nijmeegse zwerfjongeren toe

In Nijmegen kunnen dak- en thuisloze jongeren terecht in leerwerkhuis SaM. SaM staat voor Stimuleren, Activeren en Motiveren en combineert wonen met werk en scholing. Soortgelijke leerwerkhuizen voor zwerfjongeren bestonden al elders in Nederland. Nieuw is dat het onderwijs in de woonvoorziening naar de jongeren toe komt, in plaats van de jongeren naar school.

Meervoudige problemen

De doelgroep van het project zijn dak- en thuisloze jongeren van 16 tot 23 jaar. Vaak hebben die wel een adres, maar slapen ze afwisselend bij familieleden, pleeggezinnen, instellingen, vrienden of bijvoorbeeld in auto’s. De doelgroep kampt met meervoudige problemen, zoals een instabiele thuissituatie, drugsgebruik, depressie en schulden.

Maatschappelijke participatie vergroten

Doel van leerwerkhuis SaM is het vergroten van de maatschappelijke participatie. De jongeren vergroten hun zelfstandigheid, werken toe naar een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt en leren sociale vaardigheden.

Intensieve begeleiding en dagbesteding

De werkwijze van het project is dat maximaal 27 zwerfjongeren wonen in een voormalig klooster, Sancta Maria. In het klooster is een leerwerkhuis gehuisvest met voor elke jongere een eigen kamer. De jongeren delen keuken en sanitair. Er is intensieve begeleiding. De jongeren krijgen dagbesteding, het liefst onderwijs of werk. Onderwijs of training volgen ze in de woonvoorziening. De docenten leveren maatwerk en houden rekening met de onzekerheid en problemen van de jongeren.

Op weg naar startkwalificatie

Het leerwerkhuis bestaat sinds begin 2010. De eerste resultaten zijn zichtbaar: inmiddels volgen 20 van de 27 jongeren onderwijs. Hun probleemgedrag is beter bespreekbaar en er is een effectieve combinatie van woonzorg en onderwijs.

Eén pot nat?

De belangrijkste problemen bij SaM zijn dat de jongeren vaak onderwijs en opvang als één pot nat zien. Als het mis gaat bij het ene, dan ook vaak bij het andere. Ontoelaatbaar gedrag in de ene groep zorgt daarom snel voor onrust bij de andere groep.

Financiën

Het leerwerkhuis ontvangt een driejarige subsidie vanuit de provincie Gelderland.

Bron:

Zorg en Welzijn
16 nov 2010

Moeder is gevaarlijk, zegt Bureau Jeugdzorg - Trouw

Moeder is gevaarlijk, zegt Bureau Jeugdzorg - Trouw


De Verdieping
19 november 2010
Iris Pronk

Moeder is gevaarlijk, zegt Bureau Jeugdzorg

 Antoinet  (midden), vergezeld door dominee Jac van Veen (rechts)  en Lia Harmans (links).

Antoinet (midden), vergezeld door dominee Jac van Veen (rechts) en Lia Harmans (links). © FOTO JÖRGEN CARIS

Het uit huis plaatsen van kinderen is voor ouders een traumatische ingreep. Trouw ontvangt geregeld e-mails van ouders die aandacht vragen voor hun leed. Ze hebben het gevoel machteloos te staan tegenover hulpverleners en instanties, die allemaal het beste met hún kind voor hebben.

Op een dag, ruim drie jaar geleden, stonden er twee ’kleerkasten’ voor haar deur. Met een overdonderende mededeling: ’Mevrouw, uw kinderen zijn uit huis geplaatst. Ze gaan rechtstreeks van school naar een pleeggezin’.

Voor de 38-jarige Antoinet, de mevrouw in kwestie, brak een periode van ontreddering aan die tot op heden duurt. Ze mist haar drie ’meiden’, die nu negen, twaalf en dertien jaar oud zijn. „Ze wonen vier kilometer hiervandaan, en ik kan er niet bij”, zo beschrijft ze haar tantaluskwelling.

Jaarlijks worden duizenden kinderen uit huis geplaatst, omdat ouders niet goed voor ze kunnen zorgen. De meesten verruilen het ouderlijk huis slechts tijdelijk voor pleeggezin of kindertehuis. Een kleine groep keert nooit meer naar de ouders terug. Het is de gezinsvoogdij of de Raad voor de Kinderbescherming die de kinderrechter toestemming vraagt om kinderen uit huis te halen.

De dochters van Antoinet dreigen in die laatste categorie te vallen. Schrijven over hun zaak is spitsroeden lopen, laveren tussen stapels rapporten van gedragsdeskundigen, psychiaters, gezinsvoogden, pleegzorgbegeleiders aan de ene kant. En aan de andere kant de heftige emoties: die van een alleenstaande moeder en haar dochters, die rouwen om het verlies van elkaar.

Antoinet begrijpt niet waarom haar dochters nu alweer ruim drie jaar elders naar bed gaan, opstaan, huiswerk maken, verjaardagen vieren, lachen, huilen. Ze kent het verhaal van Bureau Jeugdzorg Amsterdam natuurlijk wel; er ligt een dik dossier vol brieven en rapporten voor haar op tafel. Maar in het beeld dat daaruit opstijgt – van een moeder die haar kinderen geen veilig thuis kan bieden – herkent zij zich niet.

In het begin van dat dossier staat de term ’Pediatric Condition Falsification’ (PCF). Dat betekent letterlijk ’vervalsing van de conditie van het kind’. Bij de meisjes was ’een veelheid van onbegrepen medische klachten en letsels’ geconstateerd, waarmee Antoinet dokters lastig viel. Zo zou zij een van haar dochters vanwege een bloedneus naar het ziekenhuis hebben gebracht. Hetzelfde meisje duwde ze een tijdje voort in een rolstoel, terwijl er met haar benen niks mis zou zijn. Het been van een andere dochter werd ten onrechte ingegipst.

Een vertrouwensarts van het Meldpunt Kindermishandeling stelde PCF bij de kinderen vast, mogelijk als onderdeel van het Münchhausen by Proxy-syndroom bij de moeder. Dat laatste zou betekenen dat Antoinet de medische klachten van haar kinderen zou verzinnen, overdrijven of zelfs veroorzaken, om zo aandacht van artsen en hulpverleners te krijgen.

Maar die suggestie is onterecht, zegt Antoinet. Haar ene dochter had écht heel vaak bloedneuzen, en daarmee ging ze, ongerust als ze was, naar het ziekenhuis. Maar dan wel naar de huisartsenpost die daarin is gevestigd. Dat is toch niet zo gek?

Die rolstoel had zij gekregen van een arts, die ze geconsulteerd had omdat het meisje zei altijd moe te zijn en zere beentjes te hebben. Dat gips was ook niet háár idee. Dochter twee had zich verstapt, haar juf vond dat ze naar de dokter moest, de EHBO-arts noemde het een ’zweepslag’ en zette een gipsspalk. Dat was niet nodig geweest, constateerde een andere dokter, nadat de meisjes uit huis waren geplaatst. Maar wat kon Antoinet daaraan doen?

„Die rolstoel en dat beentje komen steeds weer terug”, zucht dominee Jac van Veen, die Antoinet ondersteunt in haar strijd met Bureau Jeugdzorg. Dat doet zij samen met Lia Harmans, een vrouw die Antoinet kent uit de kerk en die zich heeft opgeworpen als vertrouwenspersoon.

De twee vrouwen schetsen, in de woonkamer van Harmans, een andere Antoinet. Die is niet perfect, misschien wel ’overbezorgd’, ze sjouwt ook een ingewikkeld verleden met zich mee. Maar ze is bovenal, zegt het duo, een ’reuze lieve moeder’, zeker geen gevaarlijke vrouw. De diagnose PCF is volgens hen gebaseerd op een ’opeenstapeling van kleine ongelukjes en misverstanden’.

Later kwamen daar nog wel andere diagnoses bij. Zo zou Antoinet volgens een jeugdpsychiater, naast een ’sterke medische gerichtheid’, ook ’afhankelijke, ontwijkende en borderline kenmerken’ hebben. Maar dominee Van Veen is daarvan niet erg onder de indruk. „Als je iemand onder de loep legt, dan vind je altijd wel een stoornis.”

Voor Bureau Jeugdzorg is het plaatje inmiddels helder: de meisjes worden bij moeder in hun ontwikkeling bedreigd en zijn voorgoed beter af in pleeggezinnen. De gezinsvoogd heeft de rechter onlangs verzocht om de bestaande, zeer strenge bezoekregeling – Antoinet mag haar dochters eens in de drie weken zien, in aanwezigheid van een pleegzorgbegeleider – te beperken tot eens per zes weken.

Dit alles drijft Antoinet en haar twee medestanders tot wanhoop. „Moeder is gevaarlijk, verdacht, daar komt het steeds op neer”, zegt vertrouwenspersoon Harmans. Bureau Jeugdzorg heeft last van een ’tunnelvisie’, vindt dominee Van Veen. „Dit is een moderne vorm van heksenjacht.” Zelf heeft Antoinet het gevoel dat ze niks goed kan doen. „Ik heb een label, daar kom ik nooit meer vanaf. Ik krijg geen tweede kans.”

De moeder lijdt, ze smacht naar haar dochters, die samen ’net K3 zijn, echt enig, zulke leuke, mooie meiden’. Ze gelooft niet dat de uithuisplaatsing haar kinderen goed heeft gedaan. Voor de oudste wordt momenteel met spoed een ’neutrale opvangvoorziening’ gezocht, omdat de situatie in het pleeggezin niet langer houdbaar is. De jongste is al eerder van datzelfde pleeggezin naar een behandelinstelling verhuisd.

Alle drie laten ze merken dat ze hun moeder vreselijk missen. De oudste moest laatst een spreekbeurt houden op school, vertelt Antoinet. „Die zou over Robbie Williams gaan, maar toen zei ze, voor een volle klas: ik ga het alleen maar over mijn moeder hebben.” En de jongste deed een wens bij McDonald’s: ’Dat ik weer bij jou mag wonen’. Er biggelen tranen over Antoinets wangen.

Een groeiend leger van professionals buigt zich nu over de zaak. De kinderrechter heeft, alvorens te beslissen over een verdere inperking van de bezoekregeling, een bijzonder curator aangesteld. Die moet onderzoeken wat nu echt in het belang van de kinderen is.

Op die curator vestigen Antoinet, dominee Van Veen en Harmans voorlopig hun hoop. Zelf hebben ze het gevoel alles al te hebben geprobeerd om Bureau Jeugdzorg tot een ander inzicht te brengen. Ze voerden gesprekken, stuurden brieven en mails naar de gezinsvoogd, namen een advocaat, legden hun verhaal zelfs in een persoonlijk gesprek voor aan André Rouvoet, de toenmalige minister van jeugd en gezin. Maar niks hielp. „Het is trekken aan een dood paard”, zegt dominee Van Veen. „Bureau Jeugdzorg is een machtsblok, daar kom je niet doorheen.”

Dat het bureau een onafhankelijke klachtencommissie heeft was ons niet bekend, zegt vertrouwenspersoon Harmans. Antoinet wil graag met haar verhaal in de krant: „Om te laten zien dat ik er alles aan heb gedaan heb mijn dochters terug te krijgen.”

Omwille van de privacy van de kinderen is, op verzoek van Bureau Jeugdzorg, Antoinets achternaam weggelaten.

© Trouw 2010, op dit artikel rust copyright.

Trouw heeft Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam gevraagd om te reageren op het verhaal van Antoinet:

„Het artikel geeft een te rooskleurig beeld van de situatie. Hier is tijdig en actief ingegrepen, door de kinderen uit een voor hen destructieve omgeving weg te halen. In realiteit zijn er zéér veel zorgmeldingen van verschillende ziekenhuizen, scholen en het consultatiebureau. Voorafgaand aan de uithuisplaatsing is geprobeerd met intensieve jeugdzorg de situatie van de kinderen te verbeteren. Moeder koos er veelvuldig voor om niet mee te werken.

Ongeveer tien procent van de cliënten van het Bureau Jeugdzorg wordt tijdelijk uit huis geplaatst. Voor een klein deel hiervan wordt dit verblijf langdurig.

Uithuisplaatsing is ingrijpend, voor ouders en kinderen. De gerechtelijke procedures zijn inderdaad uitgebreid, met veel onderzoek en rechtszittingen. Natúúrlijk willen de kinderen dat alles goed komt, zijn ze loyaal naar hun ouders, maar dat betekent niet dat er met moeder niets aan de hand is.

Moeder heeft geen hoger beroep ingesteld, een klacht ingediend of de Ombudsman ingeschakeld, maar vertelt haar verhaal in de krant. Hiermee is het belang en de stabiliteit van de kinderen in hun nieuwe omgeving niet gediend. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt wat ons betreft bij zowel moeder als de redactie.”

Münchhausen by proxy

Het syndroom van Münchhausen is een psychiatrische aandoening die ook wel ’nagebootste stoornis’ wordt genoemd. Mensen met dit ziektebeeld fingeren medische klachten, om zorg en aandacht te krijgen van artsen.

Een variant op dit syndroom is Münchhausen by proxy: de dader – meestal een vrouw – zegt dat anderen – meestal haar kinderen – ziek zijn. De moeder verzint of overdrijft hun klachten, of brengt haar kroost doelbewust schade toe. Zo kan zij gloriëren in haar rol van zelfopofferende verpleegster, zo luidt de theorie. Het syndroom geldt als ernstige vorm van kindermishandeling. Schrijfster Saskia Noort liet zich erdoor inspireren voor haar debuutthriller ’Terug naar de kust’.

Münchhausen by proxy werd in 1977 voor het eerst in de wetenschappelijke literatuur beschreven. Het is zeer zeldzaam en als ziektebeeld niet onomstreden. Artsen vinden de symptomen vaak moeilijk te herkennen. Er is nog niet veel wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van het syndroom.

Week van de jeugdzorg

Een Kindertelefoonbus in Overijssel, een informatiekraam over pleegzorg op de Pepernotenmarkt in Brielle. Jeugdzorginstellingen vragen op verschillende manieren aandacht in de ’Week van de jeugdzorg’, die nog tot en met dit weekeinde duurt.

Sinds 2005 is de vraag naar jeugdzorg met 38 procent gestegen. Daar zijn verschillende verklaringen voor: ouders vragen steeds sneller om specialistische hulp voor hun kind.

Daarnaast is er het ’Savanna-effect’, genoemd naar de peuter die in 2004 overleed als gevolg van mishandeling door haar moeder en stiefvader. ’Jeugdzorg’ zou in deze zaak tekort hebben geschoten. Sindsdien roept de samenleving luider om een jeugdzorgbeleid dat risico’s zoveel mogelijk uitsluit.

Er is vrijwillige en gedwongen jeugdzorg. In 2009 werden ruim 51.014 gedwongen jeugdzorgmaatregelen opgelegd, en 23.139 jeugdreclasseringsmaatregelen.